EN WIE IS DIE KAJ DAN WEL NIET?
Ja, inderdaad, wie is die Kaj dan wel niet als hij er zestien websites op nahoudt en boeken uitgeeft en verhalen en gedichten de wereld inslingert, alsof iedereen er kennis van zou moeten nemen?
Nou, Kaj is geboren in 1946, ruim een jaar na de vijfjarige ellende en dat was goed te merken, want er was niets aan kleding en weinig voedsel en met de keuzemogelijkheden van toen zouden Albert Heijn, Jumbo en al die andere supermarktketens geen genoegen hebben genomen.
Kaj liep na een paar jaar rond in een tweedehands winterjas, afkomstig van zijn zeven jaar oudere broer en ging ook fietsen op de oude, tweedehands fiets van zijn broer, inderdaad met blokken op de trappers. Dat gebeurde in Winschoten, Blijhamsterstraat 35, waar hij al als vierjarige bevriend raakte met zijn eerste vriendinnetje, Aafje Nijland, de dochter van de baas van het bedrijf van Welp dat naast zijn huis stond.
Kaj ging naar de Schortinghuissschool waar hij moeite had met rekenen, maar heel graag opstellen schreef. Hij keek vanuit een Oostenrijks noodgebouw uit over het voetbalveld, waar de twee jaar oudere Jan Mulder zijn eerste sportieve schreden zetten die hem later een wonderbare carrière zouden bezorgen. Geen wonder, zijn vader was schoenmaker. Kajs vader niet, hij werd dus geen voetballer. Vader Elhorst was ambtenaar en pen en papier waren al gauw de normaalste zaak van de wereld.
Na een jaar of acht verhuisde het gezin naar een ander huis in de stad en toen Kaj dertien was verhuisden ze naar Almelo, waar hij een jaar lang de Mulo bezocht en daarna overstapte naar het Erasmus Lyceum, afdeling gymnasium. In dat jaar overleed zijn moeder en Kaj vond zijn eerste troost bij de buurvrouw en haar zoon, en schoolgenoot van hem: Wim Siebelink.
Hoewel de familie hem nooit in de steek liet, ging Kaj vanaf dat moment toch steeds meer zijn eigen gang, vooral toen hij op zijn zestiende zijn eerste brommer kreeg. Dat schiep voor hem ongekende mogelijkheden, zoals trektochtjes naar Duitsland, iets bijzonders want zijn vader was erg ongelukkig met alles wat maar Duits was.
Na vier jaar had hij het wel gezien op het gymnasium en besloot hij twee keer achter elkaar te blijven zitten. De grote vraag was: wat nu? Na enig heen en weer gepraat met zijn vader, waarbij de buren soms konden meegenieten, was het duidelijk: Kaj zou onderwijzer of leraar worden. Hij ging naar de Rijkskweekschool Deventer.
(Als u nu afhaakt, kunt u rustig een andere keer verder lezen).
De kweekschool doorliep hij op zijn sloffen. Hij had zelfs tijd om een cabaretgroep, Knoef, op te richten en penningmeester te worden van een jongerensoos aan de Grote Markt vlak bij de Lebuinuskerk in Deventer. In deze stad gebruikte hij zijn eerste ruime mate van bier en ook hasjiesj, die toen nog gewoon op straat te koop was.
Na de kweekschool ging hij bij de Fuseliers in dienst als administrateur, in Schalkhaar dus, die plaats waar vroeger de SS was opgeleid. Hij ging ook voor het eerst op reis naar Griekenland, een land waarop hij compleet verliefd werd en een reis die hij daarom daarna nog een keer of negen ondernam, geregeld met verschillende bestemmingen zoals Athene, Volos, Rhodos en Kreta.
De diensttijd was eigenlijk een soort intellectuele pauze voor Kaj. Daarna ging hij aan de slag als leraar Nederlands/geschiedenis en begon hij aan een MO-studie geschiedenis (dat was een opleiding voor geschiedenisleraren op academisch niveau). De studie lukte goed, het werk minder. Inmiddels leerde hij zijn toekomstige vrouw kennen en in 1975 trouwden ze. Het kersverse echtpaar ging onmiddellijk in Blaricum wonen, dat klinkt robuust, maar hun huis stond in een rijtje in de wijk De Bijvanck.
Na zes jaar tobben voor de klas was het genoeg en besloot Kaj over te stappen naar het Staatsbedrijf der PTT, waar later PTT Post en PTT Telecom uit voortkwamen. Daar was hij zes jaar chef Jeugdvoorlichting. Zijn afdeling verzorgde voorlichting voor kleuterscholen tot en met universiteiten over communicatie, onder meer met rondreizende tentoonstellingen, waarvan er één aan boord van een schip was, de Ark. De laatste vier jaar was hij tekstschrijver bij het bedrijf, maar in het laatste jaar stelde dat niets meer voor; er was onder druk van de verzelfstandiging niets meer te doen.
In 1991 werd hij freelance journalist op het gebied van politiek, zorg, architectuur en bouw, geschiedenis, onderwijs. Hij verzorgde onder meer verslagen van de gemeenteraad in Alphen aan den Rijn, waarheen de familie met drie kinderen inmiddels naartoe was verhuisd.
Vanuit zijn belangstelling voor de politiek zette hij in 2010 De Alphense Talkshow op poten in Theater Castellum. In januari 2015 is de viering van het vijfjarig bestaan geweest. Ter gelegenheid daarvan interviewde hij onder meer burgemeester Liesbeth Spies en zijn “huisbaas”, theaterdirecteur Tineke Maas.
In 2013 kwam Kaj zijn eerste fantasyroman De Annalen van Gamor uit. Het was niet zijn eerste boek, maar wel zijn eerste roman van fors formaat. Inmiddels zijn er ook al twee vervolgverhalen en ook in herdruk In 2017 richtte hij AlphenTaal op, een literaire organisatie die onder meer open podia organiseert. Zijn kinderen zijn inmiddels volwassen. Zijn dochter woont in Spanje met man en kind, zijn jongste zoon woont met zijn vrouw in Helsinki en zijn oudste zoon woont in Den Haag. En … het leven gaat nog voort …
mythologie.wordpress.com
Bezig met laden...